Zo stoned als een teddybeer (10)

Laat mij af en toe maar eens een koala zijn. Als ik dan toch mag kiezen lijkt het leven van dit buideldier me hét voorbeeld van een rustig en relaxed leven. In het hectische bestaan van alledag stel ik me voor dat het heerlijk is af en toe even te vluchten naar een staat van lichtelijke verdoving. Natuurlijk kan ik deze vorm van relaxedheid ook vinden middels het gebruik van allerlei verdovende middelen, maar over het algemeen zal ik dat hier dan illegaal moeten doen. Met mogelijk zeer vervelende consequenties.

De koala lijkt twenty-four-seven legaal stoned en niemand die er zich zorgen over maakt of kwaad wordt, bestraffend toekijkt. Geen wetgeving om de genotzucht van de koala aan te pakken.

Laat mij maar even koala zijn. Het beest lijkt populairder onder de Australiërs dan de meer bekende kangoeroe. En zeg nou eerlijk, de koala ziet er uit als een heerlijke knuffel teddybeer. Stoned en geknuffeld worden.Zijn zachte, pluizige vacht. Zijn snoezige, vredige onschuld. Zijn donzige oren. De verbluffende schoonheid van het beest. Een schoonheid die gepaard gaat met een intense blik van verlegenheid. Ik bewonder het ogenschijnlijke Ghandi-achtige karakter. Leefden wij mensen maar zo, denk ik dan.

En iedere keer als ik het beest zie sta ik versteld van die immense uitstraling. Het doet wat met me. Alsof er een mystieke geschiedenis verborgen ligt in het bestaan van het beertje dat al miljoenen jaren vóór ons op deze aarde leefde. Het geheim van hoe te leven, hoe door simpele eenvoud geluk ontstaat.

An old soul.

Ik ben jaloers op deze prachtige teddybeer en af en toe dus, tijdens mijn stressvolle dagen, weken, maanden en jaren, verlang ik ernaar een koala te zijn. Hoog in een boom, solitair, op de wereld neerkijkend en relaxed een blaadje kauwen. De kamferachtige geuren van de eucalyptus inademen.

uitademen

inademen

kauwen

dromen...

Was het maar zo. Kon ik dit beeld van de koala maar in stand houden. Beschrijven, bewonderen, ervan blijven leren. Betekenisvolle verhalen over maken die ik dan aan onze kinderen door kon geven.

Verhalen vol met koalawijsheden.

Maar uiteindelijk ben ik natuurlijk niet jaloers. Het eucalyptusblad bevat chemicaliën die heel giftig zijn. De maag van de koala heeft zich in de loop der eeuwen aangepast aan dit dieet, maar een menselijke maag overleeft dit niet. 

Daarnaast zit er maar net voldoende vocht in het blad voor de koala om te overleven en verder heeft het niet veel andere voedingswaarden. Geen wonder dat koala’s zo’n twintig uur per etmaal slapen. En hoog in een boom hoeven ze zich niet veel te verplaatsen en sparen ze energie. Dat snap ik. Misschien voelt het voor de koala wel alsof ze in een voortdurende staat van bloedarmoede verkeren, in plaats van een bewustzijnsverruimende conditie. En als ik dan even later lees dat ook hun hersenen minder groot zijn dan veel andere dieren, voel ik eerder een meelij dan jaloezie opkomen.

En toch?

Toch hebben ze miljoenen jaren dit land overleefd, geleefd en zich voortgeplant. Dat vind ik dan wel weer een bijzondere prestatie. Mooi ook.

Een wonder.

Maar wonderen zijn niet altijd duurzaam. Grote eucalyptusbossen worden gekapt om plaats te maken voor steenkoolmijnen. Protesten van koalabeschermers helpen niet. De koala zelf is te moe om zich te verplaatsen.

Boom na boom wordt geveld.

Voor het eerst sinds miljoenen jaren komt het einde van dit geliefde beest misschien wel heel nabij. Een nationale icoon wordt opgegeven ten behoeve van de vooruitgang, het geld, de belangen van een politieke partij.

Kijk, dat zou voor mij nu een goede reden zijn om stoned te worden.

Misschien smokkel ik morgen wel wat marihuanablaadjes de eucalyptusbomen in.

Previous
Previous

See you later (11)

Next
Next

De snoepschool (9)