See you later (11)

Hoe je als emigrant vrienden in je nieuwe thuisland maakt, leek me niet zo moeilijk. Ik had een grote vriendenkring in Nederland achtergelaten. Ons leven hing van connecties aan elkaar. Vriendschapsdraden. Ik maakte me dan ook geen zorgen in het emigratieland. Bovendien, met drie kleine kinderen, leek er een overvloed aan keuze te zijn. Zoveel ouders op het schoolplein, ouders die kinderen brachten, haalden. Ouders die praatjes met elkaar maakten.

Mezelf voorstellen was overbodig. Iedereen kende onmiddellijk de vreemde eend in de bijt en veel ouders maakten praatjes met me.

‘Doen,’ zei Adri toen ik voorstelde om een aantal toekomstige vrienden uit te nodigen. ‘Tuurlijk,’ antwoordde hij toen ik vroeg of na lunch, als de kinderen nog op school waren, een goede tijd was. ‘Even wat drinken, geen bezwaar.’

Dat ik zijn woorden niet letterlijk nam kon mij achteraf niet kwalijk genomen worden. Ik kom tenslotte uit het land van Douwe Egberts en daar is het, tenminste wàs het in mijn tijd, heel gewoon om ’s middags een kopje thee te drinken, of misschien nog een kopje koffie.

Dinsdagmiddag nodigde ik zes toekomstige vrienden uit om de volgende dag na lunchtijd bij mij wat te komen drinken. Aan de reacties te merken voelde het bijna alsof men mij nu al als één van hen beschouwde.

Iemand gaf me een klap op mijn schouder: ‘ Top, doen we.’

En een ander: ‘Zo mogen we het horen.’

Een aantal staken hun duim omhoog naar me.

Ik glunderde om iets wat ik heel goed had gedaan, maar nog niet wist wat dat dan precies was.

Adri glimlachte toen ik hem vertelde hoe iedereen gereageerd had op mijn uitnodiging.

‘Het is echt leuk hoe spontaan ze hier reageren,’ zei ik.

De volgende ochtend bakte ik een taart, haalde kruiden uit de tuin voor een aantal speciale kruidentheeën. Ik maalde de koffiebonen en zette de kopjes, schoteltjes, theelepeltjes, suikerpot en melkkannetje vast klaar op het aanrecht.

Het rook heerlijk en vers in de keuken. Een geur die welkom heette. Ik schikte een vaas met bloemen, plukte meer lavendel uit de tuin en sierde een aantal bijzettafeltjes met vazen lavendel. Iedereen zou zich hier gelijk op zijn gemak voelen. Vlak voor de visite kwam, zette ik het koffiezetapparaat aan en stond de thee te trekken. Twee goed gelukte taarten pronkten op de schalen.

Ze kwamen met zijn allen tegelijkertijd. Toen ik de deur opendeed zag ik ze staan met hun eskies. Die koelboxen namen ze mee naar binnen en zetten ze naast zich neer zodra ze gingen zitten.

‘Super. Splendid idea. You Dutchies know what is best for the human soul.’

‘Coffee?,’ fluisterde ik bijna. ‘Tea, may-be?’

De bierflesjes uit de eskies waren al open geschroefd en aan de monden gezet. Bierblikjes open geklikt. Wijnflessen ontkurkt en de wijn in de zelfs meegebrachte wijnglazen geschonken.

‘What are you drinking, PC?’

Ik ging naar de keuken en zette het koffiezetapparaat uit. Adri lachte en bracht twee schalen chips en een aantal borden met crackers waarop kaas naar binnen.

Toen ze weggingen, tegen de tijd dat de kids van school kwamen, liet ik ze weer gaan met hun eskies. De lege bierflesjes en blikjes stonden naast de stoelen.

‘See you later, PC,’ riepen ze zwaaiend het tuinpad af.

‘Ze komen zo nog terug ook,’ zei ik met een kwinkslag tegen Adri. ‘Zouden ze dan soms koffie en gebak willen?’

Previous
Previous

Perfection

Next
Next

Zo stoned als een teddybeer (10)