Ik twijfelde voortdurend nadat we emigreerden.
‘Je moet niet zoveel twijfelen,’ riep Adri, zelf vertwijfeld geworden bij het zien van mijn radeloosheid. Hij wilde dat ik gelukkig was en op de één of andere manier leek twijfel geluk niet goed door te laten. Hoe graag zou hij de twijfel van mijn gelaat af willen nemen.
Niet twijfelen. De beslissing was genomen, ik moest erachter gaan staan, vooruit kijken en vooral niet meer twijfelen. Twijfel werkte belemmerend. Het maakte dat ik dan nooit wende aan het nieuwe land.
Embrace without doubt.
Ik kon het niet. Het lukte niet. Ik bleef verknocht aan mijn twijfel, hield er misschien van. Het was het laatste stukje dat me bond aan mijn vaderland. Twijfel.
Het loslaten van twijfel voelde als het werkelijk aannemen van een nieuwe identiteit. Wilde ik dat dan wel? Betekende emigreren werkelijk dat ik een nieuwe identiteit aan moest nemen, zodat ik zo goed mogelijk kon integreren? Zelfs daar twijfelde ik over.
‘Maar je hebt het hier toch naar je zin?’ riep Adri. ‘Jij wilde immers ook emigreren? We wilden de kinderen een ruimtelijke opvoeding geven, met toekomstperspectief? Anders dan in Nederland had gekund? Jij wilde het toch ook zo graag?’
Gek is dat, dat de twijfel dit soort reacties teweegbracht. Ook in mezelf. Had ik dan spijt van onze beslissing om te emigreren? Wilde ik het nieuwe land niet omarmen? Kon ik hier niet aarden? Na zoveel jaren zelfs nog niet?
Zat mijn twijfel in het besef dat ik niet alleen voor mezelf had besloten te emigreren, maar daar ook de levens van drie kinderen mee veranderde?
Drastisch.
Twijfelde ik of ik daar goed aan had gedaan? Altijd maar de ‘what ifs’ vragen. Vooral op die momenten waarop het leven tegen leek te zitten.
Wat als we in Nederland waren gebleven? Hoe zouden onze kinderen zijn opgegroeid? Waren ze gelukkiger geweest? Dichter bij familie? Neefjes- en nichtendagen mee kunnen maken? De familiebezoekdagen? Al dan niet onder de noemer van dat het niet verplicht was, maar toch…?
Hoe zouden ze zijn geworden als ze de Nederlandse taal vloeiend waren blijven spreken?
In de sneeuw hadden kunnen spelen, Nederlands onderwijs hadden genoten, de cultuur met de paplepel ingegoten? Koninginnedag, of nu Koningdag, hadden kunnen blijven vieren?
In de crisis terechtgekomen?
Grauwe, grijze dagen achteréén meemaakten? Wanten, sokken, sjaals, mutsen, dikke winterjassen aan hadden moeten trekken?
Assertieve Nederlandse opvoeding hadden genoten?
In de Noordzee hadden kunnen zwemmen? Als het mooi weer was tenminste en als er nog een plekje op het strand te vinden zou zijn geweest. Hutje mutje strak tegen elkaar aan op het strand tijdens zo’n benauwde zomerdag. De zonnebrandcrème van buurvrouw links en buurvrouw rechts ruiken. Naakt op het strand gelegen?
Marihuana ongestraft hadden kunnen roken?
En het twijfelen stopte niet, leek soms groter te worden, te groeien. Nee, niet als een gezwel, de twijfel voelde niet verkeerd, het voelde als iets waarop ik bleef broeden, wat ik niet los kon en wilde laten omdat ik het koesterde. Het was meer iets wat ik bij me droeg sinds de emigratie.
Een twijfelkameraad.
Maar wel lastig soms omdat ik er anderen onzeker mee maakte. Alsof ik niet super gelukkig kon zijn.
En toen kwam ook nog het Unicef rapport uit, met als conclusie dat Nederlandse kinderen de gelukkigste kinderen op de héle wereld waren. Had ik dat maar nooit gehoord. Zie je wel: zelfs het recht op het gelukkigst zijn had ik mijn kinderen afgenomen. Zelfs eventuele toekomstige kleinkinderen ontzegde ik dit geluk het allergelukkigste kind te zijn.
Twijfel!
Onze kinderen zijn inmiddels volwassenen. Opgegroeid in het emigratieland. Gespeeld met Ozzie kids. Anzac day herdacht.
De Kerstman uitgenodigd om in de hitte mee te eten aan de barbecue. Schooluniformen gedragen. Gestudeerd in de Engelse voertaal. Footy gespeeld. Op de golven van de oceaan gesurfd. In fourwheeldrives de bush in getrokken. Zelfstandige dochters en zoon geworden, volwassenen waar ik veel van leer.
En vaak hoor ik ze met me praten, denkbeeldig, als de twijfel weer eens de overhand neemt.
‘Mum, we houden nu van twee countries. We zijn voorberecht.’
‘Het is bevoorrecht.’ Ik glimlach terwijl ik me afvraag of ik ze het Nederlands goed genoeg geleerd heb.
‘Nou ja, what’s in a taal? Maar is het not great dat wij altijd kunnen kiezen waar we willen wonen? Je hebt ons juist zoveel opportunities gegeven.’
‘Maar je familie dan? Dat je daar niet mee bent opgegroeid?’
En ik hoor hun weerwoord. ‘Hoe weet jij dan dat dat per definitie leuk zou zijn geweest? Ben je een toekomstvoorspellende mother, soms?’
En één van de drie voegt er nog aan toe: ‘Jij bent toch onze family? En dad?’ En met een knipoog vervolgt de derde: ‘Of twijfel je daar zelfs ook aan?’
leuk weer, PC. In 1984 heb ik ook serieus met de gedachte gespeeld om naar Australië te emigreren, maar ik was zo bang om de koffiekletsjes te gaan missen en mijn abonnement op Vrij Nederland. 😉 dat ik nooit gegaan ben.
Ik mis nog steeds de weekenden met Vrij Nederland op de keukentafel 🙂
De twijfel tot in de poriën verwoord maar zo te lezen is it all good gekomen.
Ik blijf twijfelen, Mies :-), maar het is goed.
Als je weer in NL zou zijn, zou je daar weer gaan twijfelen… gras bij een ander lijkt nu eenmaal altijd groener. Je hebt het prima gedaan volgens mij en woont in een prachtig land met ruimte, natuur, schone lucht, meer zon en minder stress… be happy!
🙂
Indrukwekkend om te lezen. En mooi dat je jezelf een twijfelkameraad gunt als emigrerende moeder.
Zo herkenbaar ook als het om grote beslissingen in het leven, die zowel invloed hebben, bepalend zijn voor je eigen leven én dat van je meest dierbaren. X
dank je wel, Lilian. x 🙂
Je beschrijft mijn leven! Zo herkenbaar. Zal gauw eens proberen wat meer van je te lezen.
Bedankt.
🙂
Mooi, mijn man is bij ons de twijvelaar, is wel lastig inderdaad om hem nooit echt helemaal gelukkig te zien… ik trots mezelf met het idee dat hij waarschijnlijk ook getwijvelt had aan het leven als we in Mederland waren gebleven…
Dank je wel voor je reactie, Mandy. Ja, twijfelen kan dan op veel meer gebieden plaatsvinden 🙂
Leuk stuk en erg herkenbaar! Wij wonen nu ruim 3 jaar in Spanje en heb eigenlijk nooit getwijfeld . Tot nu… onze dochter van 14 jaar geeft aan dat ze hier niet helemaal happy is. Ze voelt zich een beetje vreemde eend in bijt en mist aansluiting met échte vriendinnen. Nu rijzen al jouw twijfelvragen omhoog..
Dank je wel voor je reactie, Ingeborg. Ik wens je alle goeds.
Vooral blijven kijken wat je hebt; luister naar je kinderen 🙂
Je kunt nooit alles hebben in het leven; wees blij met alle goede dingen.
Je neemt jezelf mee waar je ook woont. Als je in Nederland gebleven was had je immers ook getwijfeld 🙂
Ik ben het met je eens, Clara:-) En elke blog geeft moment-opnames, in een verhaalvorm, weer (van al een lange tijd geleden). Dank je wel voor je reactie.